Het kan de beste overkomen …. Je hebt een foutje gemaakt tijdens het haken en nu klopt het aantal steken niet meer. Hoe kun je dit het beste oplossen? Het antwoord lees je in deze blog.
Stel je bent een toer aan het haken en je komt er ineens achter dat het aantal steken niet meer overeenkomt met het aantal steken uit het patroon. Misschien heb je dan per ongeluk een steek geminderd of gemeerderd, heb je er eentje over het hoofd gezien of ben je juist in voorgaande toeren vergeten te minderen of meerderen. In tegenstelling tot bij breien zijn foutjes over het algemeen vrij makkelijk op te lossen bij het haken.
Het enige wat je eigenlijk hoeft te doen is je haaknaald uit het lusje te halen en dan voorzichtig aan het garen te trekken. De steken laten nu automatisch los. Bij breien is het hierna altijd de kunst om alle steken weer op je breinaald te zetten (en er dan natuurlijk voor te zorgen dat je geen steken vergeet of over het hoofd ziet 😉). Maar bij haken heb je dit eigenlijk niet. Wanneer je de steken die zijn fout gegaan hebt losgehaald, kun je eenvoudig weer je haaknaald in de lus steken en weer verdergaan met waar je nu was gebleven.
Het is wel altijd slim om te tellen hoeveel steken je hebt uitgehaald of tot welke toer. Zo weet je hierna ook weer waar je vanaf dan het patroon kunt volgen.
Tips om een foutje tijdens het haken te voorkomen
Zeker bij het rondhaken kan het lastig zijn om te herkennen wanneer de oude toer is afgelopen en de nieuwe toer begint. Het is in deze gevallen altijd slim om een steekmarkeerder of een andere markering aan het begin van een nieuwe toer te plaatsen. Zo kun je in één oogopslag zien hoeveel steken je nog moet haken en wanneer je weer helemaal rond bent. Er bestaan speciale steekmarkeerders die je hiervoor kunt gebruiken. Maar zelf gebruik ik eigenlijk altijd gewoon een stukje garen. Dit garen leg ik dan eenvoudig tussen de laatste steek van de vorige toer en de eerste steek van de nieuwe toer. Voor mij werkt dit super goed.

Daarnaast is het ook altijd slim om iedere toer je steken te blijven tellen. Dit is handig voor toeren waarin je steken meerdert, maar ook voor de toeren waarin het aantal steken gelijk blijft. Misschien heb je dit zelf ook wel eens gehad… Wanneer je net leert haken of breien dan kan het maken van een klein recht stukje al een hele uitdaging zijn. Ongemerkt minder of meerder je misschien een aantal steken. Met als gevolg dat jouw gehaakte deel in een punt loopt of misschien juist twee keer zo groot is geworden aan de bovenkant.
Wanneer je iedere toer je steken blijft tellen dan kun je deze foutjes veel sneller ontdekken. Aan het einde van de toer weet je dan al of je deze toer goed hebt gehaakt of dat er iets is misgegaan. Mocht je er achter komen dat het aantal steken niet klopt. Dan kun je deze toer (een stukje) uithalen en even opnieuw haken. Zo voorkom je dat je dit pas ontdekt na een stuk haken en dat je dan helemaal opnieuw moet beginnen.
Ben je een groter item aan het haken, zoals bijvoorbeeld een deken? Dan kan het natuurlijk lastiger zijn om de steken in die toer te tellen. Je kunt er dan ook voor kiezen om bijvoorbeeld om de 10 of 20 steken even een markeerder te plaatsen. Zo hoed je dan maar steeds tot 10 of 20 te tellen i.p.v. bijv.145. De kans dat je dan de tel kwijt raakt wordt zo een stuk kleiner 😉