Wanneer je aan een tof nieuw project wilt gaan beginnen, dan kun je dit natuurlijk volledig zelf uit je hoofd gaan doen. Toch kan het soms ook handig zijn om gebruik te maken van een haakpatroon. Maar hoe moet je zo’n haakpatroon nu precies lezen? Waar moet je beginnen en waar moet je op letten? Ik vertel je hier meer over in deze blog. 😊
Verschillende soorten haakpatronen
Misschien is het wel slim om te beginnen met het feit dat er verschillende soorten haakpatronen zijn. Je hebt patronen die volledig in tekst zijn uitgeschreven. En je hebt patronen die door middel van symbolen duidelijk worden gemaakt. Dit zijn vaak speciale schema’s die je precies laten zien hoe je aan de slag kunt gaan. In sommige gevallen wordt er ook gekozen voor een combinatie van deze twee. Het haakschema maakt dan bijvoorbeeld extra duidelijk hoe het patroon of een speciale steek precies in elkaar zit.
Aan het begin van het patroon staat vaak uitgebreid uitgelegd welk garen en welke haaknaald je het beste kunt gebruiken en of er eventueel ook nog andere materialen nodig zijn. Dit garen kun je aanhouden als leidraad, het is niet zo dat je precies dit garen moet gebruiken om hetzelfde effect te krijgen. Vaak is het wel handig om de dikte van de haaknaald als tip te gebruiken bij het kiezen van het garen. Zo kun je bijvoorbeeld vrijwel ieder soort garen gebruiken dat je ook kunt haken met dezelfde dikte haaknaald. Ben je benieuwd welk garen je het beste kunt gebruiken voor amigurumi? Bekijk dan zeker vooral ook even deze blog.
In sommige gevallen wordt er in het haakpatroon ook aangeraden om eerst een proefstukje te haken. Dit kleine test stukje is de ideale manier om te bepalen of jouw garen en jouw haaknaald het gewenste effect geven en of jouw gehaakte items straks net zo groot zal worden als het voorbeeld uit het haakpatroon. Op deze manier zie je ook al snel of jouw haaknaald geschikt is voor dit garen of dat je misschien beter een maat groter of kleiner kunt kiezen.
Een uitgeschreven haakpatroon lezen
In uitgeschreven haakpatronen wordt er vaak gebruik gemaakt van afkortingen. Hoewel dit in het begin misschien lastig kan lijken zal je al snel merken dat dit (zeker bij het haken van amigurumi) na een aantal keer echt niet meer zo ingewikkeld is. Zeker bij patronen waarbij je vaker dezelfde steken zal gebruiken zal je dit snel onder de knie hebben.
Bij deze haakpatronen is het eigenlijk gewoon een kwestie van beginnen bij stap 1. Hier wordt vaak uitgelegd hoe je kunt beginnen. Vaak is dit met behulp van een lossenketting of een magische ring. Hier kun je dan vervolgens de volgende steken in gaan haken.
Het patroon zal je precies laten zien wanneer je steken moet gaan meerderen of minderen. Wanneer je gebruik maakt van een patroon waarbij je rond haakt, dan zal je vaak zien dat dit tussen * .. * staat. Zo kan er bijvoorbeeld in je patroon staan *haak 2 v in iedere 2e v*. Wat tussen * * herhaal je dan tot het einde van de toer.
Het haakpatroon is vaak opgedeeld in meerdere onderdelen. Bij amigurumi zal je bijvoorbeeld zien dat je eerst het lichaam en de benen / poten haakt. En dat hierna bijvoorbeeld de armen worden uitgelegd. Deze onderdelen kun je dan op het einde aan elkaar vast maken. Aan het einde van het patroon staat dit meestal ook beschreven.
Een getekend haakpatroon
Naast de uitgeschreven haakpatronen zijn er ook getekende haakpatronen. Hoewel dit er soms behoorlijk ingewikkeld uit kan zien, hoeft het zeker niet moeilijk te zijn om dit haakpatroon te lezen. De steken worden nu niet aangeduid met afkortingen maar met symbolen. Vaak vindt je aan het begin van het haakpatroon ook een handig “vertaalschema” waarin je precies kunt zien wat elke steek betekent.
Bij zulke haakschema’s is het eigenlijk de kunst om het begin te vinden. Bij een patroon wat rond wordt gehaakt zal dit in het midden zijn. En bij een patroon wat recht wordt gehaakt zal dit aan de onderkant zijn. De toeren zijn vaak te herkennen aan de nummertjes die hiervoor staan.
Hierna kun je eigenlijk gewoon de steken gaan haken die staan afgebeeld. Om het overzichtelijk te houden kun je de steken die al hebt gehaakt eventueel afstrepen met een markeerstift. Zo kun je in één oogopslag zien waar je bent gebleven en waar je weer verder kunt.