Leren haken is helemaal niet moeilijk, ik geloof oprecht dat iedereen dit kan leren. Toch kan het soms nog een beetje zoeken zijn in welke steken je nu precies moet haken. In welke lusjes moet je je steken maken of welke lusjes moet je juist overslaan? In deze blog laat ik je zien hoe je dit doet.
De meeste gemaakte “fouten” bij beginners worden gemaakt omdat ze het nog lastig vinden om te zien in welke steken ze nu precies moeten haken. En in het begin kan dit zeker ook lastig zijn om te zien. Totdat je het trucje doorhebt… Dan is het eigenlijk zo simpel dat je je niet meer voor kunt stellen dat je het eerst niet zag 😉
Steken opzetten, hoe te beginnen?
In de meeste gevallen zal je beginnen met het haken van een lossenketting. In deze lusjes van de lossenketting worden vervolgens de steken gehaakt. Naast de “standaard lossenketting” is het ook altijd slim om één of meerdere keerlossen te haken. In deze blog: “Hoeveel keerlossen moet ik haken?” vertel ik je hier nog veel meer over.
Voor het haken van een vaste, zou ik één keerlosse aanhouden.
Voor een half stokje, 2 keerlosse
En voor een stokje 3 keerlossen
Haken met vasten
Stel bijvoorbeeld dat je de lossenketting hebt gehaakt + de keerlosse en dat je nu vasten op deze lossen wilt gaan haken. Je maakt de eerste vaste dan in dit lusje:

De andere vaste van deze toer maak je gewoon in de volgende lusjes van de lossenketting, totdat je bij het einde bent gekomen van de ketting. Vergeet ook zeker het laatste lusje niet, deze is soms makkelijk over het hoofd te zien.

Haken met halve stokjes
bij het haken met halve stokjes werkt dit eigenlijk precies hetzelfde, je hebt nu alleen 2 keerlossen gehaakt. Je maakt de eerste steek dan in dit lusje op de lossenketting:

Haken met stokjes
Wanneer je de lossenketting met 3 keerlossen hebt gehaakt voor de stokjes, dan maak je het eerste stokje in dit lusje:

Volgende toeren haken, in welke steken moet je haken?
Wanneer je de eerste toer hebt gehaakt dan kun je op deze steken vervolgens de steken haken van de nieuwe toeren. In sommige gevallen wordt ervoor gekozen om dit alleen in de achterste lusjes van de steken te doen. Maar eigenlijk (bijna altijd) wordt dit in beide lusjes gedaan. Wanneer je de gehaakte steken van bovenaf bekijkt, dan zal je zien dat iedere haaksteek eigenlijk een soort V’tje heeft. In ieder V’tje ga je in deze nieuwe toer weer een steek haken.

De eerste steek zal dan in dit lusje zijn:

De rest van de toer haak je op dezelfde manier in de steken van de vorige toer.

Vergeet ook niet de steek op het einde, deze is soms net wat moelijker te zien:

That’s it! De volgende toeren werken op precies dezelfde manier. 😊
Tip! Blijf vooral tijdens het haken je steken goed tellen, zo weet je zeker dat je niet per ongeluk een lusje of steek hebt overgeslagen.