Wanneer je rond haakt dan hoef je je haakwerk niet te keren, je haakt dan als het ware in een spiraal. Maar wanneer rechte onderdelen gaat haken, dan zal je na iedere toer je haakwerk moeten keren, zodat je hierna weer aan de goede kant kunt beginnen met een nieuwe toer. Maar hoe werkt dit keren bij het haken van vasten eigenlijk? Je leest het in deze blog! 😊
Keren aan het einde van de toer bij het haken van vasten
Zoals je hierboven al kon lezen zal je je haakwerk alleen keren wanneer je recht stukken haakt. Je begint een nieuwe toer aan de rechterkant en je haak de steken, totdat je aan het uiteinde van de toer bent gekomen, helemaal links. Om dan de volgende toer te kunnen haken, moet je dit gehaakte onderdeel omkeren. Op deze manier kun je eenvoudig weer aan de rechterkant beginnen met haken, totdat je weer aan de linkerkant bent aangekomen, je je haakwerk weer kunt keren enz. Je kunt je haaknaald tijdens het keren gewoon in het lusje houden.
Wanneer je met vasten haakt kun je het beste aan het begin van de nieuwe toer eerst één keerlosse haken. Dit werk op dezelfde als wanneer je een “gewone” losse haakt: je slaat de draad om je haaknaald en haalt deze door het lusje wat nog op je haaknaald stond.



Hierna kun je de vasten gewoon weer in de steken van de vorige toer haken, zoals je dat bent gewend, tot je weer bij het einde van de toer bent.
Keren middenin een toer
Bij sommige patronen zal je misschien zien dat je moet keren middenin een toer. Dit werkt eigenlijk op precies dezelfde manier. Je haakt tot het punt waar je wilt gaan keren.

Je haakt weer een keerlosse.

Hierna draai je je haakwerk weer, zodat je haaknaald weer aan de rechterkant komt. En je kunt weer verder met haken bij de nieuwe toer. Je haakt dan als here ware weer terug.

Het keren bij het haken van andere steken, zoals halve stokjes en stokjes, werkt op precies dezelfde manier. Aangezien deze steken alleen wel wat hoger zijn dan een vaste, is het wel slim om hier 2 of 3 keerlossen te haken in plaats van 1.