Naast heen en weer haken is het ook mogelijk om rond te haken. Hierbij haak je niet van rechts naar links maar juist in een cirkel. Je ziet dit bijvoorbeeld bij granny squares. Maar bijvoorbeeld ook bij amigurumi, sokken, mutsen etc. In deze blog vertel ik je hoe het rond haken met vasten precies werkt.
Beginnen met rond haken
Wanneer je een recht stuk wilt gaan haken dan begin je vaak met het haken van een lossenketting. Hier haak je de vervolgens de steken op. Bij het rond haken werkt dit iets anders.
Je kunt op 2 manieren beginnen met rond haken:
Manier 1:
Haak 2 lossen en haak vervolgens 6 vasten in de eerste losse.
Manier 2:
Maak een magische ring en haak hier je steken in, vervolgens kan je de ring aan trekken, zodat deze mooi aansluit.
In deze blog laat ik je stap voor stap zien hoe je de magische ring kunt maken.
Bij rond haken is het belangrijk om steken te gaan meerderen. Wanneer je dit namelijk niet doet, dan zal je zien dat je eigenlijk een smalle koker aan het haken bent. Door steken te meerderen blijft het gehaakte deel plat en wordt deze steeds groter.
Meerderen tijdens het rond haken met vasten
Over het algemeen kan je uit gaan van de volgende regel:
Wanneer je rond gaat haken met vasten, dan meerder je steeds iedere toer met 6 vasten.
Het meerderen van de vasten is niet ingewikkeld. Het meerderen is eigenlijk niets meer en niets minder dan het haken van 2 steken op de plek waar je normaal 1 steek zou haken.
Wanneer er dus in een haakpatroon staat “Haak 2 v in iedere 2e v” dan haak je dus *1 v, 2v in 1 steek*. En wat tussen * * staat herhaal je dan tot het einde van de toer.
Het haakpatroon zal er dan als volgt uitzien:
Toer 1: Haak 6 vasten in de ring
Toer 2: Haak 2 vasten in iedere vaste (= 12 v)
Toer 3: Haak 2 vasten in iedere 2e vaste (= 18 v)
Toer 4: Haak 2 vasten in iedere 3e vaste (= 24 v)
Toer 5: Haak 2 vasten in iedere 4e vaste (= 30 v)
Toer 6: Haak 2 vasten in iedere 5e vaste (= 36 v)

Tip! Wanneer je een recht stuk heen en weer haakt, dan is het heel duidelijk te zien wanneer er een nieuwe toer begint. Bij het rondhaken kan dit wat lastiger zijn, aangezien je eigenlijk in een soort spiraal haakt. Om goed te kunnen zien wanneer de toer is afgelopen en de nieuwe toer begint kun je aan het begin van iedere nieuwe toer een steekmarkeerder plaatsen. Zelf gebruik ik in plaats van een steekmarkeerder vaak alleen een draadje die ik tussen de steken leg. Dit werkt eigenlijk op precies dezelfde manier. Aan het einde van de toer haal je deze markering weer los en plaats je deze weer aan het begin van de nieuwe toer.
Zolang je iedere volgende toer steken blijft toevoegen, blijft het gehaakte deel plat. Wil je juist dat je haakwerk 3D wordt, dan kies je ervoor om geen steken meer te meerderen, maar om precies het aantal steken uit de vorige toer te haken.
Minderen tijdens het rondhaken met vasten
Naast het meerderen van steken wil je natuurlijk ook wel eens steken minderen. Het minderen van de steken doe je door 2 steken samen te haken. Dit doe je net als het meerderen weer met 6 steken per toer.
Het minderen in een haakpatroon zou er dan bijvoorbeeld als volgt uit kunnen zien:
Toer 36: Haak iedere 5e en 6e vaste samen (= 30 vasten)
Toer 37: Haak iedere 4e en 5e vaste samen (= 24 vasten)
Toer 38: Haak iedere 3e en 4e vaste samen (= 18 vasten)
Toer 39: Haak iedere 2e en 3e vaste samen (= 12 vasten)
Toer 40: Haak iedere vaste 2 aan 2 samen (= 6 vasten)
Je kunt de draad hierna afhechten en door de overgebleven 6 steken rijgen en vervolgens aantrekken.
Tip! Wanneer je een groot item wilt gaan haken, dan is het vaak mooier om de meerderingen en minderingen te laten verspringen. Anders kan het namelijk gebeuren dat jouw gehaakte cirkel, meer een zeshoek wordt. In deze blog vind je een handig trucje om dit te voorkomen.