Wanneer je net leert haken dan zal je nogal wat verschillende termen tegenkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan afkortingen van bepaalde haaksteken, verschillende garengroepen, maar misschien ben je tijdens het haken ook de afkorting ‘WIP’ als eens tegengekomen. Ben je benieuwd wat dit betekent? Je leest het in deze blog. 😉
Om het meteen maar te verklappen… WIP staat voor Work in progress.
Met name bij wat grotere haakprojecten kan dit van toepassing zijn. Denk bijvoorbeeld aan het haken van een deken of een ander groot project. Dit zal je zeer waarschijnlijk niet binnen één avondje afhebben. Je zal waarschijnlijk steeds een stukje haken en na een aantal dagen, weken (of misschien zelfs maanden) zal dit item dan af zijn. Hierbij mag je natuurlijk zeker in gedachten houden dat haken nu eenmaal wat meer tijd kost. Je bent iets van nul af aan aan het maken, en het is echt handwerk. Dit kost nu eenmaal wat meer tijd dan een item dat bijvoorbeeld gebreid wordt op een machine.
Mocht je nu net zo enthousiast zijn als ik, dan zal je misschien al snel merken dat je verschillende items tegelijk aan het haken bent. Is dit erg? Nee totaal niet. Wanneer je dit fijn vind en dit voor jou werkt, dan is dit natuurlijk helemaal oké. Jij bepaalt zelf hoeveel items je (tegelijk) wilt haken en waar je zelf zin in hebt.
Tips:
- Wanneer je aan een groter project werkt (of althans een item wat je niet binnen één dag of avond af hebt) is het slim om voor je zelf even op te schrijven welke haaknaald je voor dit item hebt gebruikt. Wanneer je hier dan weer mee verder gaat, weet je precies welke haaknaald je erbij kunt pakken. Wanneer je namelijk een kleinere of een grotere haaknaald zal gebruiken, dan zal je dit waarschijnlijk wel gaan zien. Een kleinere haaknaald, zorgen voor een strakker gehaakt item dat wat kleiner zal worden. Terwijl je met een grotere haaknaald juist een wat luchtiger resultaat zal krijgen dat juist weer wat groter zal zijn.
- Bewaar alle onderdelen bij elkaar. Dit kan eventueel in een leuk mandje of een leuke tas. Wanneer je hier dan weer mee verder gaat heb je meteen alles bij de hand en hoef je niet meer op zoek naar dat ene bolletje garen.
- Leg je jouw haakwerk even weg om hier een volgende keer weer mee verder te gaan? Plaats dan een steekmarkeerder (of eventueel een draadje dat je vervolgens kunt knopen) in de laatste lus waar je haaknaald in zat. Wanneer je anders per ongeluk aan het garen trekt dan zou je zomaar een stukje van jouw gehaakte item los kunnen trekken. Door hier die steekmarkeerder te plaatsen kun je dit eenvoudig voorkomen. Dit kan je een hoop frustratie besparen. 😉
- De ultieme tip? Zoveel mogelijk tijd vrij maken om te haken! 😊 Op deze manier heb je lekker snel resultaat en voorkom je dat je met heel veel projecten tegelijk bezig bent.